Uitspraak Raad van State m.b.t. ons Goyerbrug Hoger Beroep uitgesteld

 

Eind van afgelopen week werden wij (via onze advocaat) geïnformeerd  door de Raad van State dat de uitspraak nog even op zich zal laten wachten. Onze zitting over Windpark Goyerbrug was op 15 juni j.l., de uitspraak zou binnen 6 weken moeten worden gedaan, dus voor 27 juli. De Raad van State heeft deze termijn nu met 6 weken verlengd (dus tot 7 september).

De RvS is er blijkbaar nog niet uit omdat de complexiteit groot lijkt te worden. De vertraging van 6 weken neemt ook risico’s met zich mee voor de initiatiefnemer van het Windpark. De RvS is gerechtigd de uitspraak meerdere malen met termijnen van 6 weken voor zich uit te schuiven.

Recentelijk is de uitspraak van de RvS omtrent Windpark Delfzijl-Zuid vaak in het nieuws geweest, vnl met betrekking tot de milieu- en omgevingsaspecten en het Arrest van Nevele door het Europese Hof van Justitie. De zitting van de RvS voor het hoger beroep tegen Windpark Karolinapolder (Dinteloord) is vanwege o.a. dezelfde milieuaspecten zelfs in het geheel tot nader order uitgesteld.

Blijkbaar hebben de bovengenoemde drie zaken een schokgolf tot stand gebracht in de windmolenbusiness, die landelijke gevolgen kan hebben. Er is een duidelijk een kentering merkbaar in de publieke opinie.

Maar wij moeten dus nog even geduld hebben.

Geen Windpark Goyerbrug

Groep artsen trekt RIVM-rapporten over windmolens in twijfel

 

NOS Nieuws, 5 juli 2021

Een groep artsen is een actie begonnen tegen het plaatsen van windturbines. Met een website onder de naam Wind Wiki willen ze wetenschappelijke literatuur over de gevolgen van windturbines toegankelijk maken en van commentaar voorzien. Ook willen ze via crowdfunding geld ophalen voor een onderzoek naar recente RIVM-rapporten over windmolens

Volgens de normen van de Nederlandse overheid moeten windturbines op minimaal 300 meter van woningen staan. De actievoerende artsen wijzen erop dat die afstand in andere landen veel groter is. Zo is de norm in Denemarken 1100 meter. Zo’n norm zou in Nederland betekenen dat bijna nergens windmolens mogen staan.

lees verder:

Battenoord verlaten : uitspraak over de gevolgen van de zaak Nevele voor Nederland

Vos & De Lange Advocaten, 30 juni 2021

Op 30 juni 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het bestemmingsplan ‘Windpark Delfzijl Uitbreiding 2020’ (202003882/1/R3). Het gaat ook in deze rechtszaak over de vraag of het arrest van het Europese Hof van Justitie te Luxemburg in de Belgische zaak Nevele meebrengt dat voor onderdelen van het Nederlandse Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling die gaan over windturbines een uitgebreid milieueffectrapport had moeten worden gemaakt of niet. Eerder publiceerden wij al over die rechtsvragen, onder andere in Regels windturbines in strijd met Europees Recht (III) en Uitspraak Nevele-arrest en de gevolgen voor vergunningen van windturbines in Nederland.

lees verder:

Europees recht dwingt tot milieubeoordeling voor windturbinenormen

 

Raad van State, Actueel. Nieuws. 30 juni 2021

U16 maakt energieplannen bekend: 26 windturbines en tot 1300 hectare aan zonne-energie

 

RTV Utrecht, Jiri Glaap, 23 juni 2021

Een jaar lang is er gezocht naar plekken voor windmolens en zonnevelden om grootschalig duurzame energie op te wekken. Vandaag is het eerste bod van de U16 regio gepresenteerd en daarmee zijn de plannen waar al langer over wordt gesproken een stuk concreter. De U16 gemeenten willen 26 grote windturbines plaatsen, 300 tot 500 hectare zon op dak en 800 hectare aan zonnevelden realiseren.

lees meer

Ministerie EZK doof voor Europa bij windmolens

 

Telegraaf, Edwin Timmer, 19 juni 2021

 

Het ministerie van Economische Zaken & Klimaat tracht sinds 2018 te voorkomen dat het Europese Hof zich uitspreekt over de vraag of strengere milieuregels ook van toepassing zijn voor Nederlandse windparken.

Dat blijkt uit interne e-mails tussen het ministerie van EZK, advocatenkantoren, provincies en de koepel van windenergiebedrijven NWEA. Ze zijn openbaar gemaakt dankzij Netwerk NederWind, dat een beroep deed op de Wet Openbaarheid Bestuur.

„Op alle mogelijke manieren probeert men de Europese uitspraken buiten de deur te houden”, stelt Kees Pieters van NederWind, dat 82 burgergroepen vertegenwoordigt. „Dat is schrijnend. In plaats van voor burgers op te komen en hen te beschermen tegen overlast, kiest het ministerie uitsluitend voor de belangen van de windindustrie.”

Bescherming wassen neus

In e-mails uit november 2018 tussen EZK en advocatenkantoor Pels Rijcken blijkt dat het ministerie de vraag om opheldering aan het Europese Hof ziet als een risico voor het halen van het doel voor hernieuwbare energie. Dat aandeel zou in 2020 op 14 procent moeten uitkomen, maar op dat moment lijkt dat erg lastig omdat de ’realisatie van wind op land iets achterblijft’.

„Een prejudiciële procedure (vragen aan het Europese Hof, red) duurt over het algemeen zo lang dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat een uitspraak pas in of na 2020 afkomt”, schrijft het ministerie. „Dan is het te laat om de doelstellingen nog te realiseren.”

Advocaat Peter de Lange, die vorig jaar een kort geding startte tegen een groot windpark in de Veenkoloniën, stelde in september dat de arresten van het Hof in de zaken d’Oultremont (2016) en Nevele (2020) een bom betekenen onder bestaande en nog te bouwen Nederlandse windparken. De verplichte bescherming van mens en milieu, zoals die voortvloeit uit Europese regels, is in Nederland  ’een wassen neus’, meent hij.

“’Men is bang dat parken moeten worden stilgezet’”

Alles draait om de vraag of de vergunningverlening vanuit het Activiteitenbesluit wel voldoet aan Europese regels. Vergunningen voor windparken worden verstrekt op basis van vaste geluidsnormen met maximale jaargemiddelden. Maar die normen zelf zijn nooit getoetst op hun milieueffect. Volgens De Lange volgt uit de Europese uitspraken dat een toets van die normen vooraf wel had gemoeten.

Het kort geding tegen windpark Drentse Monden en Oostermoer en de media-aandacht zorgden voor onrust onder provincies en gemeenten. Zo vraagt de provincie Utrecht op 9 oktober aan EZK om ’ondersteuning’. De provincie Flevoland spreekt op 8 oktober in een e-mail van ’best spannende materie’.

Een jurist van de gemeente Houten ziet op 30 juni 2020, vlak na het Nevele-arrest, de bui hangen: ’Deze zaak ging niet direct over Nederland of een van onze windparken, maar heeft wel gevolgen voor alle lidstaten en dus ook voor Nederland, en waarschijnlijk ook voor onze windparken.’ De schrijver houdt zelfs rekening met ’nietigverklaring’ van vergunningen, ook als blijkt dat ’de uitvoering van het windturbineparkproject al is gestart of zelfs al is afgerond’.

Lobbyclub windindustrie

EZK kiest, in overleg met onder meer advocaten en windkoepel NWEA, echter een andere woordvoeringslijn. In een lijst met vragen en antwoorden die EZK naar provincies stuurt, stelt ze: ’Het arrest Nevele heeft specifiek betrekking op de Vlaamse regelgeving, niet op het Nederlandse Aktiviteitenbesluit. We zijn daarom van mening dat dit arrest geen gevolgen heeft voor het Nederlandse stelsel’.

De lobbyclub van de windindustrie NWEA schrijft op 14 september per e-mail aan EZK: ’Dank voor de woordvoeringslijn.’ Advocaat De Lange ziet zijn vermoeden bevestigd dat rijk, industrie en lagere overheden samen optrekken om een Europese check van onze milieuregels te voorkomen. „Men is bang dat Nederland een tik op de vingers krijgt, en dat windparken straks moeten worden stilgezet.”

De Raad van State heeft binnenkort opnieuw de kans om prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof. Ergens in de zomer spreekt ze haar oordeel uit in een zaak over windpark Goyerbrug in Houten. Tijdens het kort geding tegen windpark Drentse Monden en Oostermoer koos de rechter niet voor vragen aan het Europese Hof. Hij verklaarde de eisers destijds niet ontvankelijk.

’Nederlanders zien niets in vleesbelasting of hogere aardgastaks’

Pieters proeft uit de stukken allesbehalve een ’nieuwe bestuurscultuur’, die zou moeten volgen op de Toeslagenaffaire. „Er is niet één ambtenaar die oppert dat het Europees recht er niet voor niets is, dat het misschien toch wel belangrijk is om de burger de bescherming te bieden tegen overlast van windturbines, waar hij of zij recht op heeft. Niemand is bezig met de belangen van de burger.”