Gemeentehuis Houten, Natasja Spruijt
Thema tafel avond – 16 juli 2019 ; verslag
Op dinsdagavond 16 juli 2019 heeft er in buurtcentrum de Ploeg een thema tafel avond plaatsgevonden over de onderwerpen planschade en handhaving. Dit verslag geeft een (beknopte) weergave van de behandelde thema’s. De avond heeft in twee rondes plaatsgevonden, zodat alle aanwezigen aan beide thema-tafels konden deelnemen. Aan iedere tafel zaten een aantal deskundigen die toelichting op het onderwerp gaven en vragen van aanwezigen konden beantwoorden.
Alle huishoudens binnen een straal van 2500 meter om het beoogde windpark zijn per brief uitgenodigd voor deze avond. Er waren ongeveer 35 belanghebbenden aanwezig.
Aanleiding
Op donderdag 23 mei vond het tweede 3-partijen overleg plaats: een overleg tussen gemeente, belanghebbenden en initiatiefnemer Windpark Goyerbrug. In dit gesprek gaven de aanwezigen de suggestie om belanghebbenden op thema’s te informeren en betrekken. De thema’s planschade als handhaving zijn genoemd.
Planschade
Specialisten aan tafel:
Dhr. K. van der Lee, specialist planschade – SAOZ
Mevr. A. Maris, adviseur juridische zaken – Gemeente Houten
De heer van der Lee van het SAOZ gaf een presentatie over planschade-procedures in relatie tot windparken. Hij ging in op de procedure voor het aanvragen van een planschadevergoeding. Daarnaast heeft dhr. van der Lee toegelicht welk beoordelingskader wordt gehanteerd bij de beoordeling van een planschadeaanvraag. De presentatie is als bijlage bij dit verslag meegestuurd.
Er worden zowel tijdens als na afloop van de presentatie vragen gesteld door de aanwezigen. Belanghebbenden van buiten de gemeente Houten vroegen zich af tot welke gemeente zij zich moeten richten. Het antwoord is dat gemeente Houten bevoegd gezag is en dus alle planschade- aanvragen in behandeling zal nemen. Andere gemeenten hebben hierin juridisch geen rol.
Ook wordt er gevraagd of gezondheidseffecten/emotionele schade valt te verhalen in een planschade claim. Dhr. van der Lee geeft aan dat dit buiten de planschaderegeling in Nederland valt. Ook eventuele aanpassing van WOZ waarde valt onder een aparte procedure.
In de presentatie van dhr. van der Lee wordt duidelijk dat bij de toekenning van planschade “voorzienbaarheid” een belangrijke rol speelt. Er wordt gevraagd vanaf welk moment Windpark Goyerbrug voorzienbaar was. Hier is door dhr. van der Lee en de gemeente Houten op dit moment geen exact antwoord op te geven. Bij de behandeling van planschadeverzoeken zal een onafhankelijk adviesbureau hier grondig onderzoek naar doen. Dit bureau zal bepalen vanaf welke datum de komst van de windturbines op deze locatie voorzienbaar waren. Wellicht is het de publicatie van de Structuurvisie Eiland van Schalkwijk, vastgesteld op 22 december 2011, die als moment van voorzienbaarheid geldt.
Mevrouw Maris van gemeente Houten geeft verder aan dat het aanvraagformulier voor planschadevergoeding op de website van de gemeente Houten staat. Een aanvraag kan worden ingediend nadat het nieuwe planologisch regime (dus de omgevingsvergunning in het geval van windpark Goyerbrug) in werking is getreden. Het verdient echter aanbeveling een verzoek pas in te dienen als het besluit (de omgevingsvergunning) formele rechtskracht heeft gekregen (onherroepelijk is geworden). Een verzoek MOET uiterlijk worden ingediend binnen 5 jaar na het moment waarop het besluit onherroepelijk is geworden. De kosten voor het indienen van een planschadeclaim bedragen € 300,-. Die krijgt een indiener alleen terug als er een tegemoetkoming wordt uitgekeerd.
Handhaving
Specialisten aan tafel:
Dhr. E. Koolhof Beleidsmedewerker VTH – Gemeente Houten
Dhr. K. Snelder – Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht
Dhr. Berendts – Windpark Goyerbrug
Algemeen proces handhaving
Dhr. Koolhof geeft aan dat de gemeente Houten een handhavingsbeleid heeft dat van toepassing is op alle bedrijven in de gemeenten, dus ook op Windpark Goyerbrug. Dit beleid wordt uitgevoerd door de RUD Utrecht. Er valt door zowel de initiatiefnemer als de belanghebbenden niet te onderhandelen over het handhavingsbeleid.
De aanleiding van toezicht en handhaving kan zijn:
– Inzichten van monitoring (proactief toezicht)
– (Milieu)klachten per mail of telefoon
– Een handhavingsverzoek (voor de afhandeling is een besluit nodig dat gekoppeld is aan een
wettelijke afhandelingstermijn van 8 weken).
Het beleid bestaat uit 3 stappen:
- Toezichtfase
Indien er sprake is van een vermeende overtreding of ervaren overlast uit de omgeving is de eerste stap het aangaan van een gesprek tussen RUD en de ondernemer over de overtreding/ervaren overlast en hoe dit op te lossen. Binnen deze stap blijft de RUD de voortgang in het ongedaan maken van een eventuele overtreding monitoren. Is de RUD van mening dat er sprake is en blijft van een overtreding van een wettelijk voorschrift dan volgt stap 2.
- Voornemen opleggen dwangsom
Er wordt een brief verstuurd met daarin het voornemen tot het opleggen van een dwangsom. De hoogte van het bedrag van de dwangsom is afhankelijk van het type overtreding en daarmee een financiële prikkel richting de overtreder om de overtreding ongedaan te maken. Op dit voornemen
heeft de overtreder het recht om een zienswijze in te dienen. Blijft de overtreding binnen de gestelde termijn voortduren dan volgt stap 3.
- Definitief opleggen van dwangsom
Als na het verstrijken van deze termijn nog steeds sprake is van de overtreding dan volgt een verbeuring van het dwangsombedrag.
Wettelijke kader handhaving
De heer Snelder van de RUD licht toe onder welke wetgeving het Windpark Goyerbrug valt en waarop toezicht en handhaving zal worden uitgevoerd. Dit betreffen de voorschriften zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit. De RUD kan alleen op wettelijke normen handhaven (en niet op overlast) en hij legt uit dat het Activiteitenbesluit een jaargemiddelde kent wat betreft toegestane normoverschrijding.
Hoewel de RUD handhaaft op (overschrijding van) de normen en dus niet op overlast, is de RUD het loket voor klachten, 24 uur per dag 7 dagen in de week. Ongeacht de locatie waar overlast wordt ervaren. Ter verduidelijking, inwoners van Wijk bij Duurstede kunnen alleen terecht bij de RUD Utrecht (dus niet hij de ODRU). Vanuit de zaal komt de vraag waarom de RUD niet de macht heeft om het park te besturen/bijregelen. Uitgelegd wordt dat de RUD/gemeente alleen de rol hebben als bevoegd gezag, toezichthouder. De RUD/ gemeente is niet de exploitant.
Tijdens de avond is er discussie over de normen en of een jaargemiddelde reëel is. In de praktijk kan er sprake zijn van (enige) piekbelasting (niet tot in extremen) zonder dat daarop gehandhaafd kan of hoeft te worden. Er vindt geen handhaving op gezondheidseffecten plaats, omdat daar geen normen voor zijn. Er zijn geen redenen om te veronderstellen dat er gezondheidseffecten optreden.
Maandelijkse monitoring toezegging vanuit initiatiefnemer
Omdat handhaving ook in eerdere gesprekken met belanghebbenden als zorg naar voren is gekomen, heeft er overleg plaatsgevonden tussen RUD, de gemeente en de initiatiefnemer. Het doel van dit overleg was om te bekijken of we (buiten de verplichte handhaving) extra zaken kunnen organiseren om overschrijding van de normen tegen te gaan.
De initiatiefnemer heeft in dat gesprek, maar ook op de thema-avond van 16 juli 2019, aangegeven dat hij bereid is mee te denken over verder gaan dan de wettelijke verplichting wat betreft monitoring. Als suggestie heeft hij aangegeven maandelijks monitoringsinformatie aan te leveren bij de RUD. De RUD zal de monitoringsgegevens ook periodiek beoordelen. In geval van een dreigende overschrijding van het jaargemiddelde kan onderling worden bekeken welke maatregelen er te treffen zijn.
Het vergelijk wordt gemaakt met het vollopen van ‘emmertjes geluid’. De RUD houdt toezicht op het niet overlopen van de ‘emmertjes’. Door maandelijks informatie aan te leveren kan voorkomen worden dat pas aan het eind van een jaar (12 maanden) geconstateerd wordt dat het emmertje al halverwege vol was. De heer Berendts geeft ook aan dat het de monitoringsgegevens hem de mogelijkheid geeft om juist in te spelen op andere belangen zoals stilstandseisen vanuit Flora en Faunawetgeving, zomerperiode waarin de omwonenden mogelijk meer buiten zijn en minder overlast wenselijk is etc.
Overige zaken
Enekele aanwezigen geven aan dat ze weinig vertrouwen hebben in toezicht en handhaving gezien de ervaringen die omwonenden van het andere windpark hebben opgedaan. Vanuit Houten en de RUD wordt aangegeven dat het andere windpark onvergelijkbaar is in verband met het (complexe) maatwerk. Ook is aangegeven dat er vanuit de evaluatie lering is getrokken en er ook verbeteringen zijn doorgevoerd. Er wordt gevraagd of toezicht en handhavingsacties ook gepubliceerd worden. Dit is niet het geval.
Er wordt gevraagd of de monitoring en toezicht/handhaving op basis van rekenmodellen of op basis van metingen wordt gedaan. De heer Berendts geeft aan dat de molens op basis van certificering voldoen aan de geluidseisen en dat op basis daarvan de berekeningen worden gemaakt. De RUD geeft aan dat dit de informatie is waarop gehandhaafd kan worden. Monitoring vindt op de gangbare manier plaats, waarbij de daadwerkelijke productie met het daarbij behorende geluidsniveau (aan de hand van de specificaties van de windturbine(s)) worden vastgelegd en gedeeld met de RUD. Hiervoor worden geen fysieke geluidsmetingen uitgevoerd. Geluidsmetingen zijn mogelijk maar uiterst complex in verband met omgevingsgeluid dat ook altijd wordt ‘mee’ gemeten. Het levert weinig tot geen aanvullende informatie. Het is gebruikelijk om bronmetingen te doen in de turbine in plaats van in de omgeving. Een belanghebbenden vraagt of in de modellen rekening is gehouden met de reflectie van geluid over het water van het Amsterdam Rijn kanaal. Dit is het geval.
Er worden zorgen geuit over inwoners of personeel dat veel in de buitenlucht werkt. De norm voor slagschaduw is immers alleen gesteld voor slagschaduw op gevels. Er is aangegeven dat er – in het kader van deze discussie – vooral slagschaduw verwacht wordt in de wintermaanden over enkele boomgaarden die in de buurt liggen. Slagschaduw vormt niet een belemmering voor eventuele activiteiten, zoals snoeien. Mocht de slagschaduw toch als onwerkbaar worden ervaren, kan er ook op een ander moment op bepaalde locaties gesnoeid worden. Slagschaduw treedt maar beperkt op. Aanvullend wordt de vraag gesteld of er ook naar het welzijn van vee wordt gekeken en of hierop gehandhaafd kan worden. Stel dat het vee op hol slaat en onrustig is. Er is geen effect op vee bekend en er zijn hier ook geen normen voor. Op talloze plaatsen in Nederland en daarbuiten loopt vee onder en in de nabijheid van windturbines.
De vraag uit de zaal wordt gesteld wat de norm van 6 uur slagschaduw nou eigenlijk inhoudt. Dit wordt door de heer Berendts toegelicht. Voor slagschaduw geldt artikel 3.12 lid 1 van de Activiteitenregeling. Dit artikel stelt: “Ten behoeve van het voorkomen of beperken van slagschaduw en lichtschittering is de windturbine voorzien van een automatische stilstandvoorziening die de windturbine afschakelt indien slagschaduw optreedt ter plaatse van gevoelige objecten voorzover de afstand tussen de windturbine en de gevoelige objecten minder dan 12 maal de rotordiameter bedraagt en gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag slagschaduw kan optreden en voorzover zich in de door de slagschaduw getroffen uitwendige scheidingsconstructie van gevoelige gebouwen of woonwagens ramen bevinden. De afstand geldt van een punt op ashoogte van de windturbine tot de gevel van het gevoelige object.”
De heer Berendts benadrukt dat hij heel erg graag input uit de omgeving ontvangt over ervaringen zoals bijvoorbeeld slagschaduwmomenten op gevels van woningen. Dit helpt hem het goed inregelen en finetunen van het park. Enkele omwonenden vinden dat de initiatiefnemer hiermee onterecht een beroep doet op de omgeving. Ook zijn er omwonenden die nu al weten dat ze overlast zullen hebben, het is volgens hen nu heel stil in het gebied. De RUD geeft aan dat de wettelijke norm inderdaad niet nul is en dat windmolens hoorbaar zullen zijn is logisch.